REFUGEES FOR REFUGEES - AMINA

 

Ik ben zo vrij ervan uit te gaan dat de groepsnaam, waaronder dit project zich aan de wereld presenteert, u niet geheel onbekend is. Als dat wel zo zou zijn, heeft u wellicht enige tijd in een heel ver buitenland vertoefd en is het verhaal van deze band u alleen daarom ontgaan. Hoe dan ook, drie jaar geleden verraste en verbaasde dit vanuit Brussel opererende gezelschap vriend en vijand met een ronduit straffe debuutplaat, “Amerli”, waaop voornamelijk liederen stonden, die de nadruk leggen op wat mensen verbindt, veeleer dan te focussen op wat hen scheidt.

De muzikanten, allemaal vluchtelingen die Brussel als toevallige nieuwe uitvalsbasis hebben, weten waarover ze het hebben: ze komen ui Syrië, Pakistan, Irak, Afghanistan en Tibet, allemaal landen, die weliswaar dagelijks onze huiskamer binnenkomen, maar waar we een heel negatief beeld van geschetst krijgen, doordat onze media het alleen maar over de oorlog hebben en over de vluchtelingen die ons, rijke Westerlingen, alleen maar overlast komen bezorgen. Bij het Brusselse huis Muziekpublique kregen de artiesten een vrijhaven waar ze, met medewerking van Belgische muzikanten als Tristan Driessens, de begenadigde Oudspeler van bij ons en de facto ook de artistieke leider van het gezelschap, redelijk ongestoord aan hun muziek kunnen werken en waar zij, in alle openheid, de liederen uit hun verschillende herkomstlanden, aan elkaar kunnen aanleren en ermee aan de slag gaan, zodat er iets geheel nieuws ontstaat, dat, wars van alle mensengrenzen, symbool staat voor de universaliteit van muziek.

Iedereen voelt muziek aan, wordt er blij of triest van, wil erop dansen of gewoon meeneuriën….muziek rààkt de mens en doordat de makers erin slagen hun eigenheid te bewaren, precies doordàt ze zich openstellen voor anderen, levert deze tweede en nieuwe plaat, “Amina” een dik uur formidabel muzikaal genot op. Deze groep overbrugt alle mogelijke obstakels, verschanst zich niet achter de “eigen cultuur” en brengt net daardoor een boodschap van hoop, van veerkracht, waar we mogen van meegenieten en die ondergetekende een tikkeltje jaloers maakt. Als mensen van zoveel verschillende achtergronden elkaar kunnen vinden via de muziek, waarom lukt dat ons dan niet? Zou het kunnen zijn, dat we ons iets te lang onder onze blanke kerktorens verscholen hebben? Dat we ons in slaap hebben laten wiegen door de beeldvormers, die hun inspiratie halen in een historisch compleet fictief 1302?

Ik weet het allemaal niet, maar wat ik wel weet, is wat ik voel bij deze plaat: ik voel verbondenheid, ik voel muzikale klasse, ik voel verwantschappen, die ons allen ontraden worden door geledingen, die daar belang bij hebben. Als je op openingstrack “Perahan” hoort hoe de band de oude melodie van de Afghaanse bard Aman Yusufi hoort samensmelten met een nieuwe compositie van Tristan Driessens, als je hoort hoe de ney van Tammam al Ramadan en de percussie van Simon Leleux hoort samengaan, dan krijg je een gevoel van vredigheid over je, dat behoorlijk haaks staat op de ruwheid en de grofheid, die ons stukje wereld vandaag blijken te regeren.Of neem de Tibetaanse mantra, die “Semki Molem” is en hier door een sufi-arrangement omhangen wordt, terwijl er in traditionele Hindu-stijl rond geïmproviseerd wordt, dan ga je warempel geloven dat het ooit nog goed komt met de wereld. De derde en vierde song, “Qad Hijaz” en “Kesaro Sorko” vormen samen een suite, die het Arabische klassieke repertoire koppelt aan de Afghaanse Hazara-traditie.

Sarodspeler/zanger Asad Qizilbash en Oud-speler Tristan Driessens maken van “Punarjanm” een samengaan van Hindi, Syrisch en Iraakse muziek een bijzonder soort symfonie, waarin verscheidenheid en diversiteit de ingrediënten zijn van een geheel dat bijzonder organisch blijkt te klinken en na drie keer luisteren, in je oren klinkt alsof het er altijd al was. Ik ben niet eens halfweg de vijf kwartier heerlijkheden, die deze CD te bieden heeft en ik zal ook niet alle vijftien nummers in detail behandelen, maar neemt u rustig van mij aan dat dit een CD is, waar je als luisteraar echt wat aan hebt. Dit is er -en ik wik mijn woorden, want we zijn niet eens bij het begin van de lente, wanneer ik dit uittik- eentje voor de lijstjes aan het eind van het jaar. En niet alleen hier bij ons: dit is een wereldplaat, waarvan je blindelings kunt zeggen dat ze wereldwijd gesmaakt zal worden en terecht. Het volstaat dat je naar de titelsong luistert en de meer dan geloofwaardige en overtuigende zang te horen, die in dialoog gaat met fluit en percussie, en je weet meteen dat je hier getuige bent van de geboorte van een heel nieuwe soort wereldmuziek, die waarin de muzikanten de stap tot verbinding en vereniging hebben weten te zetten en uit dat samengaan een heel nieuwe, fantastische muziekvorm weten te puren. Warme rillingen, kippenvel en kroppen in de keel…”Amina” zorgt er allemaal voor. Let wel: u mag zeker niet voortijdig afhaken, want dan dreigt u slotsong “Chaman Chaman” te missen, een lied uit de traditionele “nachtegalen”-school, waarin de ney van Tamman Al Ramadan de rol van nachtegaal speelt en een in wezen in-triest lied toch een vrolijke toon meegeeft. Ik besef het: ik dreig in herhaling te vallen, maar ik kan het niet helpen: dit is namelijk een ronduit fantastische plaat!

(Dani Heyvaert)


Artiest info
   
 

label: Muziekpublique
distr.: Xango

video